In mei 2020 werd ons aangemelde protest voor 100 personen bij het (toen nog) Shell hoofdkantoor in Den Haag door de burgemeester beperkt tot maximaal 30 personen. De burgemeester beriep zich op de gevaren van Corona, terwijl op dat moment de winkels gewoon open waren en het in een gemiddelde winkelstraat drukker was dan wanneer wij met 100 mensen op 1,5 meter afstand voor Shell zouden staan. Wij hebben bezwaar gemaakt tegen deze beslissing met ondersteuning van @Public Interest Litigation Project omdat we ons grote zorgen maakten over het gemak waarmee de overheid het recht op protest inperkte zonder te kijken naar de specifieke omstandigheden van de aangemelde demonstratie en de maatregelen die we zelf al wilden nemen.
Nu, precies twee jaar later, hebben we in beroep gelijk gekregen! Of toch niet? De rechtbank is van mening dat de beslissing om de demo te beperken toentertijd onvoldoende is gemotiveerd (yes!), maar vindt tegelijkertijd dat de Veiligheidsregio de beperking tijdens de zitting in hoger beroep wèl goed gemotiveerd heeft (oh?). De rechtbank stelt dat: ‘Vaststaat dat het risico bij een demonstratie met 30 personen – ook los van de grootte van het terrein waarop wordt gedemonstreerd – kleiner is dan bij een grotere demonstratie met meer deelnemers.’
Wij gaan ons bezinnen over een mogelijke volgende stap (de Raad van State). Want was het risico met 100 demonstranten op een groot plein werkelijk dusdanig veel groter dan met 30 demonstranten? Zoveel groter dat deze inperking van een belangrijk grondrecht gegrond was? Of wordt er te makkelijk omgegaan met de mogelijkheid die de overheid heeft om protesten in te perken met het oog op veiligheid?
Lees hier wat PILP erover zegt!