Waarom zou het dekoloniale antiracisme blok van de klimaatmars kritiek leveren op ‘groene’ media tijdens het protest in Rotterdam? Groene media willen toch ook vergroenen? Op het spandoek zien we het logo van Trouw’s Duurzame Top 100 als schoolvoorbeeld van problematische groene media. Waarom?
Wat de duurzame top 100 doet is telkens het kader vernauwen tot bourgeoise duurzaamheid. Enkele jaren geleden zetten ze nog koloniale vervuilende bazen van bedrijven in het zonnetje als groene leiders. Zo stond Paul Polman, hoge pief van Unilever, jarenlang in de top 5. Een groen medium met dekoloniaal begrip van de ecologische crisis zou scherp zijn op de historische rol van de Lever broeders die hun kapitaal vergaarden door gestolen land, gestolen arbeid en gestolen grondstoffen (palmolie in de eerste plaats in Belgisch Congo waar genocide de condities creëerde voor westerse roofbouwbedrijven). Een dekoloniaal groen medium zou er oog voor hebben dat dit bedrijf geen bestaansrecht heeft. Omdat dit bedrijf nooit kapitaal (dat voort is gekomen uit roofbouw op landschappen en gemeenschappen) heeft teruggegeven. Omdat het nooit excuses heeft aangeboden. En omdat het vandaag de dag nog steeds werkt met onderaannemers die Inheemse gemeenschappen van hun land verdrijven en hun mensenrechten schenden, alleen om hun businessmodel van groei te laten gelden in Zuidoost-Azië.
Wat doet een Paul Polman in een duurzame top 100? Ondertussen heeft dit competitiespel voor invloedrijke leden van de koninklijke familie en bazen in het bedrijfsleven plaatsgemaakt voor een competitie en showcase van burgerinitiatieven. Dat is een verdienste van de klimaatbeweging die druk op de ketel zet, niet van een oprecht berouw van medeplichtigheid aan koloniale verheerlijking en greenwashing van de Duurzame top 100.
Het kunnen framen bij een groot publiek wie of wat duurzaam is, is een zeer politieke aangelegenheid. Het is opvallend dat in de duurzame top 100 geen mensen te bekennen zijn met een Inheemse of antikoloniale agenda. De top 100 heeft jarenlang de illusie gewekt dat milieuvriendelijkheid en groen leiderschap een wit feestje zijn. In 2017 was de eerste persoon van kleur pas op plaats 69 te vinden en dat betrof een organisatie gelinkt aan ‘groen’ ondernemerschap; niet bepaald een bedreiging voor koloniaal kapitalisme.
Vandaag de dag zijn er een paar initiatieven uit Caribisch Nederland opgenomen in de lijst. Het is fijn dat er nu oog is voor wat er gebeurt in de Nederlandse koloniën, correctie, Openbare lichamen, in de 21e eeuw. Maar als alleen de tuinbouwinitiatieven van Caribische groepen worden gevierd maar niet een proteststem uit de Cariben tegen Nederlands eco sociaal beleid op de eilanden of protest tegen het groeimodel van kapitalisme en tegen onteigeningspraktijken van grondstoffen en manieren van leven – dan blijft ‘witte duurzaamheid’ een bedreiging voor de meerderheid op deze aarde.
Zoals Chico Mendes zei: ‘Milieubeweging zonder klassenstrijd is tuinieren’. De media spreekt lezers aan op een manier die vernauwend is. Bijvoorbeeld door burgerschap uit te lichten als kader voor groene actie worden mensen die het meest worden buitengesloten door racisme – mensen zonder papieren – uitgesloten van de conversatie. Zolang de media geen tegenmacht opbouwt tegen de taal en de logica van koloniaal kapitalisme is het onderdeel van de verdeel-en-heers spelletjes die scheefgroei verder aanzwengelen; en de ecologische crisis is een symptoom van die politieke scheefgroei.
De duurzame top 100 heeft nooit excuses aangeboden voor het verheerlijken van foute bedrijven die aan greenwashing doen en die geen dekoloniale reparaties betalen. Zelfs National Geographic heeft in 2018 publiekelijk excuses aangeboden voor hun lange geschiedenis van verslaglegging met een koloniale lens. Al heeft het weinig veranderd, ze hebben tenminste de deur geopend naar aansprakelijkheid en reflectie.
De media die verslag doen van ‘duurzaamheid’ en de ‘klimaatcrisis’ in Nederland wissen steevast cruciale inzichten uit met betrekking tot eisen van bewegingen voor klimaatrechtvaardigheid. Ze vullen veelal pagina’s met een zoektocht naar liberale “hoop” en “drie makkelijke dingen die jij – gereduceerd tot consument – kan doen”. Natuurtijdschriften of kranten die over milieu schrijven vallen vaak in herhaling met vraagstellingen die valse tegenstellingen opwerpen die door de fossiele industrie zijn geïntroduceerd. En wanneer Rutte de klimaatcrisis kadert als een ‘technologische uitdaging’ is er geen grote krant die hem op zijn stuk zet voor het uitkramen van onzin en er een historisch perspectief tegenover zet dat duidt dat de ecologische crisis een koloniale crisis is – dat wil zeggen een politieke crisis die gestoeld is op extreem schadelijke wereldbeelden en terreurbeleid ten aanzien van al het leven dat opgeofferd wordt voor groei-fetisjisme voor accumulatie van kapitaal van natiestaten en multinationale bedrijven van massale vernietiging. Wanneer de een groeit, krimpt er ergens iets aan de andere kant. De wet van behoud van energie wordt ontkend zolang media nog steeds mee gaan in sprookjes over groene groei, groen gas, groene mijnen etc. Constante groei vereist dat gekoloniseerde landschappen en gemeenschappen verder onteigend worden.
Waar zijn de milieu- of natuurtijdschriften die schrijven over ecofascisme of Nederlandse klimaatschuld?
Wanneer deze cruciale problemen (van groen nationalisme) en oplossingen (en inlossen van de historische klimaatschuld) buiten beschouwing worden gelaten weten we dat we met een wit suprematische lens naar milieuproblemen kijken. En de media is een lens om veel mensen naar de problemen en oplossingen te laten kijken. Het zijn dus verre van onschuldige vergissinkjes. De media worden ervoor betaald om bruikbaar perspectief te bieden.
Waar zijn de groene media die de kennisproductie van Inheemse volken centraal stelt? De kennis die ervoor gezorgd heeft dat 80% van de resterende biodiversiteit bewaard is gebleven? En als er groene boekentips worden gegeven door NGO’s zoals Greenpeace en Milieudefensie, of door een VPRO radioprogramma, waarom is dan niet 80% van de boeken van Inheemse schrijvers? Waar is de nederigheid om in de leer te gaan bij mensen met het betere track record?
Laat het duidelijk zijn dat de roep voor een minder witte mediaverslaggeving niet een roep is om mensen van kleur toe te voegen als kleurstof (op foto’s of als journalist) wanneer de analyse en taalgebruik en historisch besef niet fundamenteel veranderd. De kritiek op een medialandschap dat de ecologische crisis witwast met witte onschuld, witte redders en witte centraliteit is eentje die niet gaat over huidskleur maar over de lens van witte suprematie. Helaas zijn er ook veel mensen van kleur die opgegroeid zijn in een cultuur van witte suprematie en die die lens hebben overgenomen en geïnternaliseerd. Wat we nodig hebben is een anti-onderdrukking media met een goede mix van mensen van kleur en witte bondgenoten die niet gebukt gaan onder angst om de macht op haar plaats te zetten en te herinneren waar het wringt, en waar intergenerationele onderdrukking niet wordt gereproduceerd. Deze onderdrukking ontwricht zowel sociale als ecologische samenhang.
De duurzame top 100 is enkel een symptoom van een breder en groter probleem van de media. In het boek Climate Change (is Racist) wordt het voorbeeld gegeven van hoe CNN in 2019 de top 100 artikels van het jaar rangschikte. Er was geen plek op die top 100 voor verslaggeving over klimaatramp Idai, die een hele stad in Mozambique vernielde maar er was wel plek op de top 100 voor de brand in Notredame (zelfs de 1e plek van de lijst).
En wie herinnert zich de Surinaamse Saramaka milieubeschermers, Wanze Eduards & Hugo Habini die in 2009 de Goldman Environmental prize wonnen en het conflict aan zijn gegaan met de staat tegen houtkap? De Goldman Environmental prize wordt ook wel geduid als de oscars onder aardebeschermers – maar in Nederland zijn ze niet bekend als inspiratiebron voor de groene beweging. Dit jaar ontving Urgenda-leider Marjan Minnesma de Goldman Environmental prize. Ook zij is het conflict met de staat is aangegaan met een rechtszaak om emissies terug te dringen. Wie in de groene beweging kent haar niet? Er is structureel minder aandacht voor milieubeschermers van kleur.
Witte centraliteit: Het schoolvoorbeeld van media die witte klimaatactivisten meer aandacht geeft dan milieubeschermers van kleur is het uitsnijden van jeugdleider Vanessa Nakate uit Oeganda in een foto met Greta. Terwijl Greta op vijftienjarige leeftijd met voornaam een wereldbekendheid was is Vanessa vaak enkel bekend als het meisje dat niet op de foto stond. Ze is niet bekend omdat ze twee organisaties heeft opgezet waaronder Rise Up Climate Movement. Inheemse activisten of jeugdleiders die antikoloniale strijd voeren zijn met minder enthousiasme door de liberale pers onthaald. (Laat het duidelijk zijn dat dit geen kritiek is op Greta maar op de manier waarop media doen alsof ze de eerste is of dat ze meer belangrijk is dan haar voorgangers of mede-leiders).
De dertienjarige Inheemse waterbeschermer Autumn Peltier die de VN toesprak in 2018 kan niet het media-apparaat op dezelfde manier mobiliseren omdat ze Inheems is. Tot op de dag van vandaag is de enige wereldwijd bekende Inheemse vrouw Pocahontas. Maar wie weet dat Pocahontas is ontvoerd naar Engeland door witte kolonisten nadat de kolonisten haar Inheemse man hadden vermoord? Wie weet dat Pocahontas in gevangenschap werd gedwongen westerse kleding te dragen en herhaaldelijk werd verkracht en als pion werd ingezet om achter de geheimen te komen van het verbouwen van de tabakplant. De kolonisten wilden zich altijd meer land en meer grondstoffen van het plantenrijk toe-eigenen. Wist je dat Pocahontas op haar 21e om het leven is gekomen (waarschijnlijk vergiftigd) toen ze niet langer bruikbaar was als chantagemiddel? Waarom doet dat ertoe? Omdat het verhaal van Pocahontas diep ecologisch en politiek is en tot op de dag van vandaag wordt verteld als een liefdesverhaal waarin de Inheemse verliefd wordt op haar onderdrukker John. Wanneer Inheemsen in protest komen wordt dit protest veelal door witte media genegeerd of toegeëigend op een manier die de historische voorgeschiedenis uitvlakt of verdraait. De strijd voor klimaatrechtvaardigheid is daar het laatste markante voorbeeld van. Maar wie de geschiedenis kent ziet patronen. Tot op de dag van vandaag wordt de tabaksplant – voor Inheemse mensen een medicijn mentor – door bedrijven misbruikt voor de sigarettenindustrie. Zo zien we keer op keer een patroon dat natuurlijke medicijnen worden toegeëigend en als gif worden gecommodificeerd. En het uitwissen van onze kritische stemmen heeft als gevolg een vervlakking van politieke educatie voor de massa die solidariteit zou kunnen genereren. Zoals hiphop artist Akala zingt: ‘as long as they are distorting the past It means they have the intention of doing it again.’
Witte onschuld: Keer op keer kadert de media het klimaatprobleem als een nieuw, 21e eeuws probleem of een probleem van de laatste decennia. Terwijl Inheemse volken van de wereld die het grootste leiderschap tonen op het gebied van zorg voor het web van leven en behoud van biodiversiteit klimaatrampen zien als het resultaat van 500 jaar van een politiek van koloniale groei ten koste van de ander die op elk niveau scheefgroei en dood en verderf heeft gebracht. Elke mediamaker of journalist weet dat waar je een verhaal begint een politieke keuze is. Echter media kiezen er keer op keer voor het witte narratief te volgen van een klimaatcrisis in de toekomst of eentje die er pas net is en waar we pas een aantal decennia van op de hoogte zijn. Dat betekent dat media steevast alle kennis en geschiedenis van gekoloniseerde volken die in andere termen en begrippen praten over deze bestaanscrisis buiten beschouwing worden gelaten of worden toegelaten als een NIEUW inzicht. Deze witte onschuld zorgt er ook voor dat veel Nederlandse journalisten of mediamakers geen goede basiskennis hebben op het gebied van de klimaatschuld die Nederland heeft voor herstel van alle beschadigde relaties met landschappen en gemeenschappen.
Tot slot zien we keer op keer taal gebezigd worden in zowel magazines van NGO’s als in de krant over politici als ‘leiders op een klimaattop’. Iemand een leider noemen is legitimiteit geven. Zelfs al ben je kritisch. Dit verhult de werkelijke relaties van leiderschap die aanwezig zijn bij gekoloniseerde volken. Noem een imperialistische politicus of een koloniale beleidsmaker die de voc-mentaliteit hoog wil houden bij zijn naam: een racist.
Een te voorzien tegenargument zal luiden dat organisatie X of tijdschrift Y ook dit artikel over Inheemsen in de Amazone of Colombia heeft geschreven. Gelukkig zijn er individuen en organisaties die de uitzondering zijn. We verwachten geen tegenspraak van hen. Maar eerder van de groepen en organisaties die enkel verslagleggen met een aanspreekvorm naar de lezer die oproept tot ‘redden’ en ‘beschermen’ van kwetsbaren in plaats van te praten over verantwoordelijkheid en politiek herstelprocessen van alle relaties waarin de kwetsbaar gemaakte gemeenschap zelf zeggenschap heeft. We hebben niks aan Witte Redders die enkel over Inheemsen schrijven als referentiepunt of plaatje zonder relatie gebaseerd op gedeelde principes van anti-onderdrukking. We hebben niks aan een duurzame top honderd die van 500+ jaar vernieling van de aarde een feestje probeert te maken van influencers die ‘helemaal van nu’ zijn. Hoe halen ze het in hun hoofd om het aandrijven van uitsterfbeleid dat volgens een nieuw onderzoek al 150.000 soorten organismen tot uitsterven heeft gebracht in de afgelopen 500 jaar te reduceren tot een ‘hoofdpijndossier van NU?’ Met het uitwissen van de lange geschiedenis zal de media doen waarvoor ze betaald worden: sensatie zonder integere relaties.
NOOT: In de huidige duurzame top 100 staan meerdere groepen en initiatieven die we zien als bondgenoten in de strijd voor klimaatrechtvaardigheid die Inheemsen gemeenschappen en gemeenschappen in de frontlinie wereldwijd leiden. Onze banner is geen protest tegen hen maar op de manier waarop ze worden ingezet door media als respectabele burgerlijke winnaars. Het is tijd dat de duurzame top 100 te horen krijgt wat XR zei bij de uitreiking van de Duurzame Dinsdag Awards toen de woordvoerder van Extinction Rebellion de prijs niet in ontvangst wilde nemen: “Wat we nodig hebben is niet klimaatprijzen maar klimaatactie”.